N&M: Wat was voor jou de belangrijkste reden om biologisch te gaan telen?
Rob: “Toen ik nog gangbaar teelde had ik reeds aardig wat ervaring opgedaan met natuurlijke bestrijdingsmiddelen en compost, gewoon uit een persoonlijke interesse. Helaas leverden deze verbeteringen in de gangbare markt helemaal geen voordeel voor mij op. Op de gangbare markt moet een product er alleen perfect uitzien van buiten, hoe het product van binnen is of hoe het geteeld is maakt geen verschil. Toen een groot Nederlands handelshuis voor biologische groente mij vroeg om te schakelen naar volledig biologische teelt, had ik eindelijk de mogelijkheid om mijn persoonlijke interesses ook op een rendabele manier toe te gaan passen in mijn bedrijf.”
N&M: Kun je iets meer vertellen over de insecten en vogels op jouw bedrijf?
Rob: “We werken uiteraard met diverse insecten. Vogels komen ook regelmatig de kas in en houden de planten vrij van rupsen. Wat erg bijzonder was onlangs, was de vondst van een ‘pijlstaartpauwoogvlinder’ in de komkommerplanten. Dat geeft aan dat mijn bedrijf een stuk opener en vriendelijker is geworden voor dit soort bijzondere insecten.”
N&M: Telen in kassen is behoorlijk intensief en niet erg energiezuinig. Heb jij specifieke maatregelen op je bedrijf genomen om dit te verbeteren?
Rob: “We proberen uiteraard zo min mogelijk energie te gebruiken voor de verwarming, zowel uit milieu-oogpunt als ook om economische redenen. Zo zijn we begonnen met het telen van producten in de winter die vrijwel niet verwarmd hoeven te worden, zoals paksoy, maar waardoor we wel een perfecte gewasrotatie op ons bedrijf behouden.”
N&M: Wat is er speciaal aan jouw bedrijf?
Rob: “We zijn erg klein, dat is speciaal. Dit betekent dat we steeds kunnen experimenteren met nieuwe producten. Ook denken we dat onze drie paarden, tevens compostproducenten, ons bedrijf speciaal maken.”
N&M: Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen de komende 5 jaar?
Rob: “We moeten blijven kijken naar energie-reducerende maatregelen, dat zal de komende vijf jaar absoluut een speerpunt blijven.”
Reactie toevoegen