Onlangs stuurde Jan Bernard een serie foto’s naar Volkert, waarop is te zien hoe de werknemers, met mondkapjes op, weerstandsverhogende cocktails krijgen, met sinaasappelsap en gember. Volkert Engelsman: “Zijn bedrijf is een echte safe haven voor veel medewerkers uit de omgeving van Moyobamba. Het is opvallend dat Jan Bernard het juist in deze tijd voortreffelijk doet. Dat heeft te maken met zijn complete duurzaamheidsbeleid. Dat gaat van veerkracht in de bodem tot een vitaal regenwoud en goede zorg voor de medewerkers. Jan heeft schooltjes gesticht, kinderopvang geregeld en zorgt voor goede medische begeleiding.”
ProNatur, het bedrijf van Jan Bernard (te vinden met code 120) heeft een paar honderd kleine telers en medewerkers. Daarvan is tot nu toe nog vrijwel niemand ziek geworden. Belangrijk voor de veerkracht van de Peruaanse biologische teelt is de diversiteit ervan. ProNatur moedigt haar telers, veelal afstammelingen van Aguaruna en Huambisa indianen, aan om een breed pallet producten te telen. Ze telen fruit en koffie op verschillende hoogtes. Voor eigen gebruik telen ze bovendien bonen, erwten, cassave en bananen, wat niet alleen goed is voor de eigen gezondheid en weerstand, maar houdt ook de biodiversiteit in stand.
Behalve de zorg voor product, natuur en medewerkers heeft het bedrijf ook een belangrijke rol gespeeld in een lokale campagne tegen watervervuiling. Engelsman: “De stroomgebieden van de rivieren worden in deze streek vaak aangetast door mijnbouw. Jan Bernard heeft zich erg ingespannen om het stroomgebied van zijn telers schoon te houden en de mensen zijn daar dankbaar voor.” Juist in crisistijd laat de biologische landbouw zien een weerbaar, zorgzaam en gezond systeem te zijn.
Meer info over de werkwijze van Jan Bernard: code 120.